Als ik mensen vertel dat ik bijna zes maanden thuis blijf na mijn bevalling, dan hoor ik veel positieve reacties. De meesten kunnen in hun enthousiasme niet verhullen dat ze ook wel zes maanden verlof willen. Ik dacht ook dat ik die maanden zou vullen met zorgeloze uitstapjes naar ’t stad, koffies op zonnige terrasjes, vertoevend in het gezelschap van die klassiekers die stof staan te vergaren in de boekenkast. Ondertussen zou de baby vrolijk liggen kirren in zijn maxi-cosi en de harten stelen van alle obers.
Boy, was I wrong. Ik ben nog elke dag blij dat ik beslist heb om meteen enkele maanden ouderschapsverlof op te nemen. Zo moet ik pas terug gaan werken als de kleine (en ik by proxy) ’s nachts hopelijk meer dan 5u slaap haalt. Begrijp me niet verkeerd: de voorbije maanden waren wonderbaarlijk. Van die eerste weken met dat hulpeloos huilende hummeltje naar dat vrolijk kereltje dat ons elke ochtend begroet met zijn riante tandloze glimlach. Wat een onvoorstelbaar avontuur.
Maar de weg daartussen was bezaaid met twijfel, gekrijs en gehuil (van hem én van mij), frustraties, vermoeidheid, sleur en veel was. Dat mijn vent dus besliste om in juli ook een maand ouderschapsverlof op te nemen, was de perfecte gelegenheid om het huis even te laten stinken en met onze baby de grens over te steken.
Naar Drenthe dus. Het begon met een google search naar een huisje in de natuur zonder daarvoor acht uur in de auto te moeten zitten. Toen Limburg niet meteen iets opleverde, kwamen we hier terecht. We mochten de auto van mijn ouders gebruiken (haja, wij zijn van die hippies zonder eigen auto maar wel met een bakfiets en een cambio-abonnement) en hadden lichtjes onderschat hoeveel gerief een baby nodig heeft gedurende 1 week.

Belachelijk veel, zo blijkt.
Google Maps had een rit van een kleine 4 uur voorspeld, maar Google Maps houdt geen rekening met hongerige, bevuilde, huilerige baby’s die zitten te zweten in hun maxi-cosi (serieus, waarom zweten baby’s altijd zo in die dingen?) dus na 6 uur kwamen we aan in “Huisje Kikker”.
Alleen al voor het uitzicht over het ven was de rit de moeite waard. Het huisje is gelegen in een natuurgebied, wat een overvloed aan vogels, eenden, eekhoorns en kikkers oplevert. Nooit gedacht dat ik zo zalig in slaap zou kunnen vallen op de tonen van een honderdkoppig kikkerorkest.
In het huisje, dat verrassend modern is ingericht, zijn alle basisbenodigdheden aanwezig: van wc-papier tot koffie en bakboter. Wat een verademing om bij aankomst met een tas koffie buiten te kunnen zitten en niet meteen de dichtstbijzijnde Albert Heijn te moeten opzoeken. Ook beddengoed en handdoeken waren voorzien. Handig, want dat hadden we er nooit bij kunnen proppen in de auto.
Hoewel Drenthe misschien niet tot de verbeelding spreekt, is het aanbod in de buurt best groot en divers: het Gevangenismuseum (sorry, beroepsmisvorming), de zoo van Emmen (beestjes!), de Waddenzee (zeehondjes!), hunebedden (stenen!), talloze natuurgebieden, fiets- en wandelroutes.
Ik had hier graag een opsomming willen geven van alle boeiende uitstappen die we hebben gedaan, maar helaas verandert de omgeving niets aan het feit dat zo’n uk van vier maanden nog veel dutjes doet overdag en dat je je planning dus grotendeels daarop afstelt. Maar we hebben niettemin een dagje door het fijne Groningen gekuierd, fikse natuurwandelingen gemaakt (en hopeloos verloren gelopen omdat de jeugd van tegenwoordig geen kaart meer kan lezen) en ook simpelweg met een boek aan ons privémeer geluierd terwijl onze kleine in zijn blote billen op zijn speelmat lag te dollen. (Note to self: was de speelmat.)
Op de heetste dagen (ja, wij zaten met de hittegolf in een bungalow met enkel ramen aan de zuidkant, hoera) zochten we verkoeling aan het Ronostrand, aka de Blaarmeersen van Drenthe. Eppo nam er zijn eerste zwemles, mijn vent kreeg er een bal tegen zijn hoofd (en zorgde daarmee dat Eppo buiten schot bleef, aaike) en we merkten dat ook daar jongeren irritant zijn en hun ongeïnspireerde muziek door minispeakers jagen. Chance dat we Eppo nog onvrijwillige dansjes konden laten doen op opvoedkundig onverantwoorde liedjes en het op die manier nog wat entertainment opleverde. Ach, Hollandse marginaliteit is nog best verteerbaar op vakantie.

Als je’n beetje wil chillen…
We hebben er gewoon keihard van genoten: lang uitslapen met de kleine tussen ons in het grote bed, ontbijten met zicht op het ven in het gezelschap van vogels en eekhoorns, wandelingen maken met Eppo in de draagdoek, verrast worden door een regenbui en net op tijd binnen zijn voor het warme-onweer losbarst. Pannenkoeken bakken, de lichten doven en naar buiten kijken hoe het water oplicht onder tientallen geruisloze bliksems. Op vakantie leert ge opeens weer stil te staan bij de kleine dingen. Hashtag melig.
Time flies when you’re having fun en dus vloog ook deze week voorbij. Met het risico in acht dat jullie nu allemaal keihard gaan boeken om ook in dit heerlijk stukje paradijs te kunnen vertoeven, hebben we besloten om sowieso nog terug te gaan. Misschien eens in de winter, als Eppo iets ouder is, dan kan hij sneeuwballen gooien naar de eekhoorns.

Bliss.