Ik weet dat ge een blogpost niet moogt beginnen met het excuus dat het lang geleden is omdat ge geen tijd hebt, maar echt, ik loop al weken van hot naar her met een knagend gevoel, een hoofd en Evernotebestand vol ideeën, maar simpelweg geen moment van rust om mij eens aan het schrijven te zetten.
Maar hier is ie dan, met mijn grootste mannen in het zwembad en mijn kleine ukken wippend aan mijn voeten, vol bewondering voor hun eigen voeten. Het wordt waarschijnlijk wel een chaotisch gevalletje waarin ik alles van de voorbije weken in één post wil persen. Brace yourselves.
We beginnen waar we geëindigd zijn: onze vakantie. Eind juli trokken we een week naar Limburg, want veel verder moet ge met drie kinderen niet proberen te rijden, wat die hipster die met zijn baby van drie maanden in de draagdoek Vietnam rondtrok ook beweert. Het was er heerlijk. Ik kan u ’t Klein Gerigt warm aanbevelen. Een zwembad en trampoline in de tuin, babybedjes, leesboekjes en een eetstoel in het huis en een kinderboerderij, binnenspeeltuin en Bokrijk op een steenworp. Meer moet ge echt niet hebben, gastjes. Wij hadden bij ons vertrek het huisje al gereserveerd voor volgende zomer, maar dat hebben we deze week geannuleerd om nog nader te verklaren redenen. Spannend!
In augustus ging het lief weer werken en startte Eppo zijn laatste weken in de crèche. Ik voelde ook bij mijzelf de nood om uit te breken. Na zes maanden zorgen en zogen, zat ik ferm op mijn tandvlees. Ik was snel geïrriteerd, we maakten ruzie om de stomste dingen, Eppo sliep slecht en ik had nog geen zicht op nieuw werk. Kies voor het onderwijs, they said, it will be fun, they said. Zucht. Een fel lichtpuntje uit augustus is wel de geboorte van Emiel en Julien, neefjes voor onze kroost en de eerste kindjes van Ken zijn broer. Het zijn dotjes, maar ik ben blij dat ik niet in hun schoenen sta. Ik ben oprecht blij dat we met Eppo al eens konden “oefenen” en daarmee ook wisten wat ons te wachten stond, waardoor we op de meest pittige momenten konden putten uit onze ervaring en wisten: “this too shall pass.” Ook de succesvolle borstvoedingsperiode bij Eppo maakt dat ik kon doorbijten op het moment dat ik met ontstekingen, bloedende kloven en dubbel zo veel hongerige mondjes in de zetel zat te janken. En daarom krijgen ze tot op vandaag nog steeds borstvoeding. Hashtag trots.
En toen werd het 1 september. Met een bang hartje gingen we Eppo afzetten in het nestklasje van Freinetschool De Tovertuin. Daar kunnen de instappertjes van het einde van vorig schooljaar en de “nieuwkes” samen rustig acclimatiseren, exploreren en experimenteren. Zodra ze er klaar voor zijn, schuiven ze door naar hun echte classe unique, waar ze tot hun 6 jaar samen zitten. Alsof hij nooit iets anders had gedaan, ging onze peuter aan het spelen. ’s Avond gingen we een kleuter oppikken die niet mee naar huis wilde. Het voelt goed, net zoals de crèche van Han en Ida. We kozen dit keer bewust voor een kinderdagverblijf waar duurzaamheid hoog in het vaandel wordt gedragen. In De Biotoop gebruiken ze standaard wasbare luiers, gebruiken ze verzorgingsproducten van Weleda, krijgen de kindjes hoofdzakelijk vegetarisch eten, dat elke dag vers en biologisch is klaargemaakt en doen ze fijne activiteiten met de kleintjes, ver weg van alles wat commercieel klinkt. Zo worden er geen liedjes van Studio 100 door hun strot geramd, maar word je dankzij klassiekers als deze terug naar je eigen kindertijd gekatapulteerd als je je ukken gaat halen. Dat wordt een hele verademing als ze zelf beginnen te zingen.
Maar ook voor mij werd 1 september een dag van new beginnings. Ik kreeg namelijk telefoon van Syntra met de ideale jobaanbieding: twee dagen per week 8 uur lesgeven. Dat geeft me voldoende tijd om mijn lessen deftig voor te bereiden, mijn lerarenopleiding af te werken en als het even meezit op vrijdagochtend yoga te doen. Het allerbeste daaraan is wel dat ik niet moet werken of voorbereiden in het weekend waardoor dit eindelijk weer in het teken kan staan van mijn gezin. Echt, iets met gat en boter hierzo.
Ik voel alsof ik eindelijk mijn draai weer aan het vinden ben, alsof ik weer rustig kan ademen na een hele poos te proberen van die gewoon zo lang mogelijk in te houden. Een tweeling, een peuterpuber, een eindeloze hoop was en een huis dat enkel netjes ligt op woensdag tussen 16u en 17u, wanneer de kuisvrouw net weg is en wij nog niet thuis zijn…het wreekt zich onherroepelijk. Maar nu kan ik tenminste af en toe wegvluchten en doen alsof ik in een parallel universum leef. Enkel mijn op springen staande borsten op het einde van de werkdag herinneren mij aan mijn kroost. Dat dan weer wel.
Die kleintjes groeien ondertussen als kool, eten sinds een maand of twee papjes, rollen en lachen luidop en ik hoop dat ze binnenkort kunnen zitten, dan zullen ze zich misschien wat minder snel vervelen en echt samen beginnen te spelen. Nu beperkt zich dat tot elkaar per ongeluk meppen in het rollen, op elkaars lichaamsdelen sabberen als said lichaamsdeel zich voor hun mond bevindt, maar ze beginnen ook wel echt te lachen als ze elkaar (én Eppo) zien. Op zulke momenten smelt ik echt tot een plasje water.

That guy has my face!

Uitleggen en peten tekenen.

Twee seconden later was er minstens één aan het bleiten.
Nog een random gebeurtenis: we kochten een tweede bakfiets. Zo kan ik ’s morgens Han en Ida naar de crèche voeren terwijl Ken met zijn bakfiets Eppo afzet. Ik koos hem helemaal zelf en hij rijdt met elektrische ondersteuning. Dat rijdt zó fantastisch, echt. Zelfs voor een afstand van 10 kilometer zou ik nu sneller de fiets nemen dan de auto. Check ons eco-hip zijn.
U ziet, we hebben best een fijne zomer achter de rug en zijn weer op de rollercoaster die het leven heet gestapt. Geen zorgen, ook dat overleven we wel.